Historische Samenvatting

 Novelda ligt halverwege het stroomgebied van de rivier Vinalopó en is sinds de voorgeschiedenis doorgangsgebied of natuurlijke verbindingsweg tussen de hoogvlakte, het Zuid-Oosten en het kustgebied van de Middellandse Zee.

Dit feit, samen met hun inkomsten uit landbouw en veeteelt zijn beslissende factoren geweest voor de menselijke nederzetting en de convergentie en ontwikkeling van verschillende culturen door de verschillende historische perioden.

Terugkomend op het prehistorische tijdperk zij nog vermeld, dat de oudste menselijke nederzetting, die in Novelda is waargenomen, in het neolitische tijdperk plaats vond.

In dit gebied heeft men meerdere grotten gevonden met archeologische resten. Zo hebben we de grot van de geheimen en de grot van het Zuiden bij de Mola, waar verscheidene graven te voorschijn zijn gekomen met de gereedschappen die de overledene gedurende zijn leven had gebruikt en die n u zijn graf-huisraad vormden.

De Iberische nederzetting is waargenomen op het vlakke land, namelijk in het gebied van de Campet, gevormd door de “terrassen” van de rivier Vinalopó en heeft zich verspreid over beide oevers van de rivier, tussen de gemeentegebieden van Monforte, Novelda en Aspe.

In het gebied van de Campet zijn overvloedig Zuidgallische, Spaanse en witte keramische vondsen gedaan, kroonluchters, kleine kruiken, amforen, munten en fibulas. Dit alles in een chronologie die loopt van de 1ste tot de 5de eeuw vóór Chr.

In de Westgotische-Byzantijnse periode zijn er weinig berichten over Novelda. Pas in de tweede helft van de 9de eeuw, al in de tijd van de Islam, om precies te zijn in de periode van de Emirs,wordt de aanwezigheid van een geislamiseerde comuniteit vastgesteld, volgens de vondst van keramisch materiaal op de Sierra del Zambo.

Controle wordt vanaf de helft van de 9de eeuw uitgevoerd door een kleine landelijke gemeenschap die zich op de hoogvlakte aan de Zuid-Oostzijde van de Mola gevestigd had, juist op díe plaats waar later een prachtig kasteel gebouwd zal worden omstreeks drie-kwart van de 12de eeuw.

Met de verovering van deze gebieden gaan La Mola en Novelda deel uitmaken van de Gemeente-vereniging Alicante, zoals dat vermeld wordt in een privilege, toegekend aan de stad Alicante in 1.252 door Alfonso el Sabio (= de Wijze).

De twisten in het Castillaanse koningshuis wakkeren de aanspraken van Arragón op de macht van het vroegere Koninkrijk Murcia aan, hetgeen aanleiding geeft tot de belegering van vele steden, vestigingen en dorpen door de troepen van Arragón, geleid door koning Jaime ll. Dit is tussen 1.296 en 1.300.

Na de verovering van Murcia wordt er een overeenkomst en een pact getekend (Torrellas-Elche 1.304-1.305) waarbij de territoriale grenzen tussen Castilla en de kroon van Cataluña en Aragón definitief worden vastgesteld waardoor deze gebieden deel gaan uitmaken van het Koninkrijk Valencia.

In de loop van de 14de eeuw stabiliseert zich de kern van de christelijke bevolking van de Mola, tegenover de mohamedaanse nederzetting van Novelda.Deze gebieden behoren in die tijd toe aan de Infante (= prins ná de kroonprins) Don Fernando en daarna tot de Oppermaarschalk van Frankrijk, Bertran du Glesquí, in 1.366. Een jaar later gaat het over naar Sir Hugo de Calviley, behalve Novelda, dat aan Mateo de Gournay wordt gegeven. In 1.378 geeft de Koning de vesting aan Koningin Sibila de Fortia, waarbij hij haar de civiele en strafrechtelÿjke rechtsmacht garandeert. Later zal het Doña Violanta de Bar zijn, die in 1.393 Novelda en La Mola verkoopt aan Pedro Maza de Lizana, Admiraal van Aragón en Heer van Mogente. In 1.449 wordt de Baronie van Novelda gesticht, waartoe ook behoren La Romana, Monforte en Chinorla.

 De plaats Novelda ziet haar inwonertal van oud christenen toenemen, tegenover het aandeel van de bevolking, dat vooral Moors is, dat echter vanaf 1.565 (Philips 2) gedwongen werd zich te laten dopen.

Uiteindelijk worden ze in 1.609 uitgewezen, waardoor de stad een bijna onbewoonde plaats wordt omdat meer dan 300 families weggaan.

De 17de eeuw verstrÿkz met epidemien, droogheid en slechte oogsten. Pas aan het einde van de eeuw komt er een herstel in de bevolkingsaanwas, die leid tot een bevolkingsdichtheid van meer dan 200. De beste resultaten komen door de landbouw en de veeteeld, de economische basis van de bevolking.